Rudi Koopmans
30 januari 1948 was een heuglijke dag in huize Koopmans aan de Oostkade in Leeuwarden. De achtste telg kwam ter wereld; een gezonde jongen!
Amper was er het eerste levensteken of het huis liep vol. Geert, Tinus, Rennie, Anneke, Nanne, Bernhard en Joke verdrongen zich bij het kraambed van moeder om hun nieuwe broertje te bewonderen.
Vader Koopmans maakte de naam van de nieuwkomer bekend: Rudolf! De traditionele beschuit met muisjes werd voor de dag gehaald en door Geert, de oudste van het gezin, verdeeld. Daarna stuurde vader Koopmans de kinderen de straat op, waar ze het blijde nieuws wijd en zijd bekend mochten maken. De jubelstemming duurde de hele dag, maar daarna ving het dagelijkse leven weer aan.
Rudy’s jeugdjaren in Leeuwarden, kameraadschappen met onder meer Wiekie Akkerman, Lolle van Houten en Flip Krikke. Dan de verhuizing naar Amsterdam, trainen bij Nelis Bisschop. Moeizame liefdesrelaties. Prof worden, titelgevechten, afscheid. Een logische levensloop met uiteraard mooie beschrijvingen van zijn wedstrijden.
Rudi Koopmans in de ring voor boksschool B.A.V. Frisia, samen met Albert Groen.
Groen heeft generaties boksers onder zijn hoede gehad, overwegend bij Frisia met Rudi Koopmans en Lolle van Houten. In de oorlogstijd bokste hij zelf wedstrijden, in de halfzwaargewicht klasse.
Een stukje uit het hoofdstuk over de wedstrijd om de wereldtitel.
Los Angeles 1980:“Weer wilde Rudy de tactiek van het bewegen volgen, maar toen gebeurde er iets dat niet in het trainingsschema stond. Moestafa haalde uit en met een korte knik van zijn hoofd schampte hij Rudy’s wenkbrauw. Hard genoeg om een flinke open wond te veroorzaken. Het bloed sijpelde over zijn gezicht. Er ging een siddering door Rudy heen.
“Dit niet. In Godsnaam niet zo! Mompelde hij. In de hoek keek Henk Rühling naar de fikse wond tussen het ooglid en de wenkbrauw.
“Kunnen we nog wel iets aan doen, Rudy,” riep hij vertwijfeld uit. Dokter Delucca veegde wat bloed weg en schudde zijn hoofd. Rudy had het gevoel of de bodem van de boksring onder zijn voeten wegzakte.”
Rudi Koopmans (Leeuwarden, 30 januari 1948) is een voormalig Nederlands bokser.
Koopmans bokste in 1978 voor het eerst om de Europese titel in het halfzwaargewicht. Koopmans won op punten maar direct na die aankondiging veranderde één van de juryleden van mening. Hij beweerde een optelfout te hebben gemaakt waardoor de partij onbeslist zou worden. En zo ging het, de beschaamde speaker moest aankondigen dat Koopmans niet de nieuwe Europese kampioen was, de partij was onbeslist en zo behield Traversaro zijn titel. Italiaan Paola Pini was een hoge piet bij de EBU en hij heeft destijds die telfout bij de Spanjaard Fernando Perotti gevonden.
Een jaar later wist Koopmans dat hij hem KO moest slaan om te winnen en dat deed hij bij rematch. Bij de tweede partij heeft dezelfde Pini van 12 ronden 15 gemaakt op het laatste ogenblik, in de hoop dat Koopmans tekort zou komen aan het eind.
Koopmans: “Hij krijgt die laatste drie ronden van mij kado. Als ik hem voor de 12de ronde er nog niet heb uitgeslagen, stop ik ermee!”
Rudi sloeg hem tegen de grond en won op TKO in de zevende ronde.
Tot 1984 bleef hij in tien partijen waarin hij werd uitgedaagd overeind. In 1984 verloor hij echter door opgave de titel aan de Fransman Richard Caramanolis. Op 28 november 1980 bokste Koopmans om de wereldtitel tegen de Amerikaan Eddie Mustafa Muhammad. Het werd een kansloze missie. Al na drie ronden staakte de scheidsrechter de match omdat verder boksen voor Koopmans onverantwoord was, een zogenaamd ‘technisch knock-out‘. Volgens Koopmans had hij een kopstoot van zijn tegenstander gekregen.
Op 15 november 1982 won hij van Alex Blanchard het gevecht om de Europese titel in het halfzwaargewicht in het Sportpaleis Ahoy Rotterdam.
Na de verloren Europese titel in 1984 stopte Koopmans met zijn professionele carrière maar hij bleef actief in de sportschoolwereld. In 2015 werd hij benoemd tot erelid van de Nederlandse boksbond (NBB).